>>>  Laatst gewijzigd: 27 mei 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Waarden en relaties

boeken bij het thema

literatuur bij het thema

films bij het thema

Voorkant David P. BARASH / Judith E. LIPTON
The myth of monogamy - Fidelity and infidelity in animals and people
New York: A.W.F. Freeman - Owl Book - Henry Holt & Cie, 2001, 228 blzn.; ISBN-13: 978 08 0507 1368
[zie uittreksel op emo-level-4]

The myth of monogamy

Het is niet eenvoudig om een goed boek over monogamie te vinden, waarin de maatschappelijke achtergronden ervan uitgewerkt worden. Dit boek van Barash en Lipton blijkt opnieuw een boek vanuit het perspectief van de evolutionaire biologie en evolutionaire psychologie.

Het boek begint wat betreft monogamie wel met een duidelijke stellingname:

"In attempting to maintain a social and sexual bond consisting exclusively of one man and one woman, aspiring monogamists are going against some of the deepest-seated evolutionary inclinations with which biology has endowed most creatures, Homo sapiens included. As we shall see, there is powerful evidence that human beings are not 'naturally' monogamous, as well as proof that many animals, once thought to be monogamous, are not. To be sure, human beings can be monogamous (and it is another question altogether whether we should be), but make no mistake: It is unusual - and difficult." [mijn nadruk] (1)

"thanks to recent developments in evo­lutionary biology combined with the latest in technology, there is simply no question whether sexual desire for multiple partners is 'natural'. It is. Similarly, there is simply no question of monogamy being 'natural'. It isn't." [mijn nadruk] (2)

Er wordt met enige humor geschreven en dat bevalt me wel. Verder lijken de auteurs ook goed te zien dát er een sociaal perspectief is, ook al gaat hun aandacht vooral uit naar het biologische perspectief. Af en toe laten ze echter wel een behoorlijke steek vallen.

De menselijk natuur

"There is no way to know for certain what human beings would be like without the influence of the environment, since a person without an environment could not survive, not to mention behave in interesting and meaningful ways."(139)

"Even though such efforts can easily be caricatured, there is nonetheless something meaningful about asking what human beings, deep inside, really and truly, unconstrained by civilization - or at least, minimally constrained - naturally are."(140)

Hoe tegenstrijdig: eerst terecht zeggen dat we niets kunnen zeggen of weten over de menselijke natuur los van omgeving / cultuur etc, en dan vervolgens toch een poging wagen om die universele menselijke natuur op zichzelf te vinden en te beschrijven. Wanneer bepaalde gedragskenmerken crosscultureel zijn zouden ze in de biologische natuur zitten, etcetera. Waarom? Bovendien: hoe weten we dat ze werkelijk crosscultureel zijn? En ook al zouden ze dat zijn, dan is dat nog geen argument dat mensen zo moeten zijn. Ook in verderop beschreven onderzoeken onder mensen loopt dat geregeld door elkaar heen: de cultuur in de gegeven antwoorden wordt soms niet eens geconstateerd.

Dier en mens

Het biologische en evolutionaire perspectief van de auteurs betekent dat het boek zes hoofdstukken vol staat met voorbeelden waarin de leefvormen van alle mogelijke diersoorten een rol spelen en waarin ook mensen worden benaderd als een diersoort. Met als conclusie dat we niet kunnen zeggen dat monogamie 'natuurlijk' is, niet voor dieren en niet voor mensen.

Mijn punt is dat een evolutionair-biologische beschrijving van dieren kan kloppen, maar desondanks niets zegt over menselijke verhoudingen. Al die biologische verwijzingen naar dieren zeggen niet dat mannen en vrouwen bij mensen zich ook zo gedragen. Ze zeggen al helemaal niet hoe mannen en vrouwen bij mensen zich zouden moeten gedragen. Iedereen die zich op dit soort biologische gegevens baseert om het gedrag van mannen en/of vrouwen te verdedigen of te verontschuldigen zit daarom fout.

Desondanks is dat precies wat er de hele tijd gebeurt, in boeken en erbuiten. Dat kan alleen wanneer je mensen op gelijke hoogte zet met dieren en een fatalistische benadering hebt: mensen zijn nu eenmaal zo, niets aan te doen, het zit in hun genen, in hun biologie. Dat weer betekent dat je mensen niet neemt voor wat ze zijn: sociale wezens die hun biologische kant voortdurend overstijgen of moeten overstijgen en integreren in een menselijk (biopsychosociaal-historisch) bestaan. Ze vinden bijvoorbeeld anticonceptie uit zodat dat hele evolutionaire verhaal over 'ouderlijke investering' niet meer hoeft op te gaan, omdat seks tussen mannen en vrouwen niet meer als vanzelf tot zwangerschap en nakomelingen hoeft te leiden.

Dat doorkruist dus ook al die evolutionaire beschrijvingen die zeggen dat vrouwen de meest aantrekkelijke, lees vruchtbare en reproductief succesvolle, mannetjes kiezen die door hun uiterlijke kenmerken ook onder de mannetjes een vooraanstaande positie hebben. Het gaat gewoon niet meer om reproductie, dus zijn ook die typische mannelijke eigenschappen niet meer relevant, als ze dat al ooit waren. Het gaat nu bijvoorbeeld meer om van seks genieten en dat betekent dat heel andere kenmerken van mannetjes belangrijk zijn. Sensitiviteit voor de verlangens van vrouwen zou een goede kandidaat zijn.

Het is heel gevaarlijk om maar één factor te willen benadrukken bij iets wat zo ingewikkeld is. De keus voor seksuele partners is niet zo simpel: ook al zijn er allerlei mogelijke factoren die zouden duidelijk maken dat er meer 'goede genen' bij een mannetje zijn of dat de kans op gezonde sterke nakomelingen bij een specifiek mannetje groter is, — wat ik betwijfel —, dan nog is de vraag welke factor doorslaggevend was. En natuurlijk opnieuw: wat met mensen in een wereld die niet noodzakelijk meer draait om reproductie?

Dat onderscheid tussen wat is en wat zou moeten zijn speelt overigens ook voor mensen die monogamie willen verdedigen. Je moet het nooit verdedigen met een beroep op 'de natuur' — zoals zo vaak gebeurt —, want dat is niet alleen niet in overeenstemming met de feiten, maar is ook een denkfout. Als je het monogamie wil verdedigen, dan moet je dat doen door te zeggen: met 'de natuur' heb ik niets te maken, ik vind dat mensen monogaam horen te zijn om die en die redenen.

Van empirisch naar normatief

De auteurs zien dat soort dingen wel, maar doen er uiteindelijk weinig mee:

"Those animal species that are reliably monogamous­ - a declining list - are sexually faithful because they have no real choice. But people do. In this regard, our biology is neither overweening nor even a worthwhile guide. Certainly it is no excuse." [mijn nadruk] (190)

"This is not to say that monogamy - even happy, fulfilled monogamy - is impossible, because, in fact, it is altogether within the realm of human pos­sibility. But since it is not natural, it is not easy. Similarly, this is not to say that monogamy isn't desirable, because there is very little connection, if any, between what is natural or easy and what is good." [mijn nadruk] (191)

Precies. Zo is het. Maar uiteindelijk blijkt dat geen belemmering om in het zevende hoofdstuk een of ander flauw pleidooi te houden voor monogamie bij mensen. Het is een onbegrijpelijk hoofdstuk, vooral ook gezien de titel van het boek die het heeft over de mythe van de monogamie. Hier wordt dus de grens overschreden van empirische feiten naar normatieve beweringen. Wat citaten:

"Society, with its expectation of monogamy, establishes the boundaries of who is and who is not an acceptable sexual partner. Marriage, it is assumed, narrows this field considerably: to just one individual. Some may find this stultifying, others reassuring, since it generates a haven of surety and confi­dence, a womb with a view, ideally free of the brawls of sexual competition.
No other marital pattern - polygyny, polyandry, group marriage, 'open' marriage - has been shown to work better. Nonetheless, monogamy does not work perfectly, and throughout history people have been delighted and bedeviled, energized and agonized, by monogamy and by departures from it. On balance, perhaps monogamy is like Winston Churchill's description of democracy: the worst possible system, except when you consider the alternatives." [mijn nadruk] (190-191)

Dat lijkt een feitelijke bewering, maar is een waardeoordeel. 'Werkt beter' naar welke maatstaven? Welke bronnen gebruiken de auteurs om dit te beweren? Hoe zouden leefvormen zoals polyandrie een kans kunnen krijgen binnen een samenleving waarin monogame exclusieve relaties en een kerngezin de norm zijn en andere leefvormen veroordeeld en op allerlei manieren tegengewerkt worden? Natuurlijk werkt monogamie dan 'beter', vooral ook als je het blijkbaar niet wilt hebben over alle ellende die monogamie teweeg brengt.

"> The perfect fit of a good monogamous marriage is made, not born. And despite the fact that much of our biology seems to tug in the opposite direction, such marriages can in fact be made. It is an everyday miracle.
The miracle of monogamy comes in all forms; it is not a one-size-fits­ all garment. Just as its details are unique to each couple, there is something unique and wonderful about human monogamy, a lifelong marriage, as it were, between love and intellect (two qualities by which human beings are also extraordinary among animals)." [mijn nadruk] (191-192)

"A marriage that works, that provides comfort and support for a couple, may be the most felicitous arrangement for creative productivity."(192)

"Homo sapiens is a rather long-lived species, and thus, along with monogamy's contribution to child-rearing, gene-assuring, resource-sharing, and predator-protecting, it is possible to glimpse yet another benefit of this peculiar mating system: By establishing a durable, long-term relationship with someone who not only cares, but also shares an expanding history, who understands one's strengths, weaknesses, joys, and despairs, the successful monogamist assures himself and herself a companion for life, long after the children (if any) have grown, when work is no longer an option, when even sex may be mostly a memory, at just the time when two devoted people can keep track of the doctor appointments, change each other's senior diapers, and sit together, watching the sun set."(192)

Kreun ...

Slot

Wat wil je ook in een boek dat door een intellectueel echtpaar geschreven is. Waarschijnlijk vinden ze zich een miraculeus echtpaar. Juist omdat het biologische aspect bij mensen uiteindelijk niets zegt en het bij mensen gaat over de integratie in een sociale werkelijkheid, is het heel gemakkelijk om de normatieve loftrompet te steken over het monogame huwelijk. En dat wordt hier dan ook gedaan, met een kritiekloos paternalisme, een pseudowijsheid en met vooral geen enkel bewijs voor het succes van monogamie en het falen van andere relatievormen. En wat er had moeten zijn is er niet: een goede sociaalwetenschappelijke beschrijving en analyse van intermenselijke (seksuele) relaties, monogamie en andere leefvormen, etcetera. Uiteraard niet: dit zijn biologen.

Waaruit maar weer eens blijkt dat mensen die deskundig zijn in een wetenschap, niet vanzelf ook deskundig zijn op normatief terrein.