>>>  Laatst gewijzigd: 18 maart 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Waarden en normen

Mensvisies en maatschappijvisies

In dit deel wil ik nog kort ingaan op de samenhang tussen maatschappijvisies en mensvisies van de ene kant en waarden en normen van de andere kant.

Maatschappijvisies

Aangezien de maatschappijwetenschappen vanaf de 19e eeuw de feitelijke beschrijving van maatschappelijke systemen op zich hebben genomen gaan maatschappijvisies over de normatieve kant van het samenleven van mensen.

Maatschappijvisies gaan dus vooral over hoe het samenleven van mensen georganiseerd zou moeten worden. Ze bevatten opvattingen over de wenselijke politieke structuur in landen, ze geven ideeën weer over het beste economische systeem, en dergelijke. Bovendien dragen maatschappijvisies waarden uit met betrekking tot arbeid, tijdsbesteding, het belang van het individu of de groep, en zo meer, en beschrijven ze gewenste sociale normen.

Het is interessant en ook praktisch belangrijk om na te gaan welke waarderingsverschillen er bestaan tussen allerlei maatschappelijke en culturele groepen met betrekking tot de wezenlijke elementen van een samenleving. Ik kan hier slechts een paar elementen uitwerken als voorbeeld, namelijk de tijdsbeleving (waardering van tijd), en opvattingen over arbeid (waardering van arbeid).

Waardering van tijd

In de westerse samenleving wordt grote waarde gehecht aan een lineaire tijdsopvatting. Er bestaat er een sterk vooruitgangsgeloof: we moeten ergens heen met de maatschappij en met onszelf in die maatschappij. De economische vertaling hiervan is een strikte jaarindeling (werkdagen en zondagen / feestdagen / vakantiedagen), een duidelijke dagindeling (werktijd en vrije tijd), en zelfs een steeds terugkerende indeling van uur tot uur en van minuut tot minuut (wakker worden, ontbijt, naar het werk, werkschema van de ochtend, middagpauze met lunch, werkschema van de middag, weer naar huis, het avondeten, en dan ontspanning via het al weken vastliggende programma van de televisie of via georganiseerde hobby's of anderszins, waarna er geslapen moet worden).

Deze tijdsopvatting wijkt sterk af van de circulaire tijdsopvatting van veel andere landen / culturen, wat betekent dat de herhaling van de seizoenen de leidraad is en niet een geplande vooruitgang, dat weersomstandigheden en andere omstandigheden bepalen wat er gebeurt, dat wat gedaan moet worden niet per se op vaste tijdstippen gedaan hoeft te worden, dat de een langer werkt omdat hij een ander werkritme heeft dan een ander die sneller kan werken. Bel Ghazi beschreef in 1982 zijn ervaringen hiermee in het boek Over twee culturen. Ik weet niet in hoeverre dat vandaag de dag nog zo is, maar hoe dan ook is het contrast boeiend:

"In Marokko bepalen de dagelijkse bezigheden het verloop van de tijd. Men plaatst de tijd waar men wil en wanneer men wil; hij heeft geen enkele invloed op het verloop van het leven. De boer gaat 's morgens aan het werk en komt terug als hij honger krijgt of moe wordt. De winkelier opent zijn zaak 's morgens nooit op dezelfde tijd en sluit als hij ziet dat er geen klanten meer komen. De bus, het openbaar vervoer, kent geen vaste vertrektijd: als hij vol is rijdt hij weg; als er genoeg passagiers komen wordt het vertrek vervroegd, of verlaat als er nog lege plaatsen zijn. Zo bepalen de reizigers het uur van vertrek. Afspraken op de minuut bestaan niet, op tijd bij een afspraak komen heeft geen enkele zin en je moet er nooit op rekenen. De omstandigheden zijn beslissend voor iemands aankomst op een bepaalde plaats, niet de tijd. Als die persoon, onderweg naar de ontmoetingsplaats, een vriend of een familielid tegenkomt, dan gaat die onverwachte ontmoeting voor en de tijd van de afspraak kan verschuiven. (...) De tijd is niet uitsluitend bestemd voor de productie, zoals in de geïndustrialiseerde maatschappij, maar wordt evenredig verdeeld over alle facetten van het dagelijks leven. Men leeft niet alleen om te werken, maar men werkt om te leven. Men kan dus leven van het beetje werk dat men jaarlijks doet en het werk slorpt slechts een gering deel van onze tijd op. De rest wordt besteed aan de kostbare kanten van het leven zoals de maaltijden en de persoonlijke contacten met familie en vrienden. Onze formule om de tijd te meten is dus: de tijd is kostbaar, werk is noodzakelijk, rust en sociale contacten zijn heel belangrijk. Dus verdeelt men de tijd evenredig over deze drie."(85)

Voor migranten in die geïndustrialiseerde westerse samenleving - vooral als zij van het platteland afkomstig zijn - is de overgang onder andere om deze reden groot. Dit kan gevolgen hebben zo gauw de tijd in het spel is: afspraken op de minuut die ook weer op een bepaalde tijd afgelopen moeten zijn, medicijnen op vaste tijden innemen, geen ruimte voor individuele verschillen in werkritme, en dergelijke, zijn moeilijk te plaatsen voor sommige migranten.

Waardering van arbeid

In het zojuist gegeven citaat wordt al duidelijk dat het belang dat aan arbeid en aan produceren gehecht wordt eveneens van cultuur tot cultuur kan verschillen. Overigens kan een ontwikkeling in de waardering van arbeid ook afgelezen worden aan de geschiedenis van de West-Europese samenleving zelf. De steeds verdergaande industrialisering heeft er toe geleid dat een leefwijze waarin arbeid minder wezenlijk was en veel minder tijd in beslag nam, plaats moest maken voor een leefwijze waarin alles afhangt van het hebben van werk en waarin het grootste deel van de tijd besteed wordt aan het verrichten van arbeid. Wanneer we de plattelandssamenleving van Marokko vergelijken met de geïndustrialiseerde samenleving in West-Europa - zoals Bel Ghazi doet - zien we inderdaad eenzelfde fundamenteel verschil in waardering van de rol van arbeid opduiken:

"De nomade of de landbouwer verrichtte zijn werk niet voor de productiemarkt maar vooral voor eigen gebruik; dit houdt in dat het werk meer of minder intensief is, al naar gelang de behoefte."(Over twee culturen, 91

Van de genoemde sociaaleconomische dimensie maken ook de waardering van werkloosheid, de waardering van het financieel zorg kunnen dragen voor je familie, en dergelijke deel uit.

Mensvisies

Ook mensvisies zijn bij uitstek normatief en kunnen geanalyseerd worden op de waarden en normen die ze impliciet of expliciet bevatten. Een mensvisie geeft met andere woorden aan hoe mensen zouden moeten zijn, zouden moeten worden. Een mensvisie beschrijft een nastrevenswaardig ideaal dat als maatstaf dient in de beoordeling van onszelf en van andere mensen.

In de westerse samenleving is door de eeuwen heen een mensvisie gegroeid waarin de vrijheid en de eigen verantwoordelijkheid van mensen centraal staan. De historische achtergronden van die mensvisie zijn vooral gelegen in het Verlichtingsdenken van de 18e eeuw, waarin het Kantiaanse "heb de moed je van je eigen verstand te bedienen" en "maak je los uit je onmondigheid" al het fundament vormden.

Die lijn van denken heeft zich sterk doorgezet bij existentie-filosofische voorlopers (Kierkegaard, Dostojewski, Nietzsche) in de 19e eeuw en bij de existentiefilosofie van de 20e eeuw zelf. Ze is ook uitgewerkt in allerlei zogenaamde humanistische stromingen in filosofie en wetenschap. De essenties van deze lijn van denken zijn de volgende:

Het is niet moeilijk de ontwikkeling van deze mensvisie in het Westen in samenhang te zien met de maatschappelijke ontwikkelingen in de richting van een steeds groter individualisme. Wel is men deze mensvisie de laatste vijftien jaar gaan nuanceren en ontstond langzamerhand een beter doordachte mensvisie waarin het handelen van mensen centraal staat. Verschillende vormen van handelingstheorie maakten een einde aan de wel erg simpele gedachten over individuele verantwoordelijkheid en plaatsten het handelend individu als psychosociale eenheid weer in de omgeving waarbinnen gehandeld moet worden en waarbinnen elke verantwoordelijkheid gedeeld moet worden met de verantwoordelijkheid van anderen en van maatschappelijke structuren. De fundamentele waarde voor mensen is dan niet meer alleen vrijheid maar vrijheid in gebondenheid.