>>>  Laatst gewijzigd: 18 maart 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Taal

Achtergronden

De theorie over linguïstische relativiteit is vanuit twee sterk van elkaar verschillende intellectuele milieus onder de aandacht gebracht. In het 'Europese' milieu overheersten kennistheoretische en taalfilosofische overwegingen. In het 'Amerikaanse' milieu overheersten etnolinguïstische beweringen die men probeerde empirisch aannemelijk te maken.

Europese achtergrond

Al in de Duitse filosofie van de achttiende eeuw kun je formuleringen antreffen die een samenhang aangeven tussen een bestaande taalstructuur in mensen en bepaalde opvattingen van die mensen. Bijvoorbeeld bij Friedrick Trendelenberg en J.G. Herder. Met name Wilhelm von Humboldt werkte de hypothese verder uit, waarna aanhangers van de veldtheorie van betekenis als Jost Trier en Leo Weisgerber zijn gedachten verder ontwikkelden binnen de idealistische filosofie van die tijd. Dezelfde instelling ten opzichte van de theorie kunnen we later weer terugvinden in het neokantianisme van Ernst Cassirer en in het conventionalisme en neopositivisme. Zie Curtis / Petras (1970):

"Friedrick Trendelenberg, among others, suggested that Aristotle's logic was greatly dependent upon certain features of the Greek language and would have been vastly different if he had lived in another culture."(40)

Zie verder ook Kutschera (1971) p. 280 over Von Humboldt en Schaff (1974d), p. 21-60.

Amerikaanse achtergrond

In Amerika werd de stelling van linguïstische relativiteit het eerst geformuleerd door Edward Sapir in 1949 en daarna geradicaliseerd door zijn leerling Benjamin Lee Whorf in 1956. Het verschil met de 'Europese' versie is dat de hypothese hier niet ontstond via kennistheoretische speculatie maar tot stand kwam op grond van onderzoeken naar de talen van Hopi- en Navaho-indianen, zodat ze nu binnen het bereik kwam van methoden van empirische toetsing.