>>>  Laatst gewijzigd: 18 maart 2024   >>>  Naar www.emo-level-4.nl  
Ik

Filosofie en de waan van de dag

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Taal

De gevoelswaarde van woorden

Aan de betekenis van zinnen en woorden kan een enorme gevoelswaarde vastzitten. Zoals het voorbeeld "Na, bitte - Gastarbeiter!" op de pagina Context aantoont, wordt die gevoelswaarde bepaald door de volgende factoren.

Kortom: de gevoelswaarde wordt voor een groot deel bepaald door de context.

Denotatie en connotatie

Wat echter ook de gevoelswaarde beïnvloedt, is de woordkeuze. Iemand kan het woord 'gastarbeider' gebruiken of een woord als 'buitenlandse werknemer' / 'migrant' / 'allochtoon'. De reactie die dat bij luisteraars of lezers oproept, kan alleen al door de woordkeuze heel verschillend zijn. Toch verwijzen de woorden naar hetzelfde deel van de werkelijkheid, of met een vakterm: toch hebben de woorden dezelfde denotatie. Dat de reacties toch kunnen verschillen, heeft te maken met het verschil in connotatie, het verschil in gevoelswaarde, van de gebruikte woorden.

Daarom kan het ene woord uit de natuurlijke taal nooit zonder meer vervangen worden door een ander woord, omdat elk woord zijn eigen gevoelswaarde kan hebben. Met andere woorden: woorden zijn eigenlijk nooit synoniem te noemen wanneer je rekening houdt met hun gevoelswaarde. Want de betekenis van de hele zin kan er door veranderen.

Informatief, evaluatief, directief

Over het algemeen wordt er onderscheiden tussen informatief, evaluatief en directief taalgebruik. In het voorbeeld "Na, bitte - Gastarbeiter!" zijn ze alle drie aanwezig: het woord 'Gastarbeiter' geeft informatie over iemand, tegelijkertijd drukt de spreker door de woordkeuze en door de manier waarop hij de hele zin zegt zijn waardering over allochtonen uit, en tenslotte is het de bedoeling van de spreker zijn waardering van migranten aan een luisteraar op te dringen.

Uit het voorbeeld blijkt trouwens ook dat het lang niet altijd even gemakkelijk is de drie vormen van taalgebruik onafhankelijk van elkaar te hanteren. Toch is het wel de bedoeling dat bijvoorbeeld wetenschappelijke taal zo veel mogelijk alleen maar informatief is. Want informatieve beweringen kunnen nog wel op hun waarheid getoetst worden. Maar bij evaluatieve en directieve beweringen ligt dat veel ingewikkelder. Als je met dat idee kijkt naar wat complotdenkers allemaal beweren, begrijp je meteen hoe lastig het is om na te gaan of wat ze beweren wel waar is.